Sunday, March 11, 2007

Wat voorafging... my road to Mt. Everest

Tibet, september 2004. Sneeuw knispert onder mijn voeten en slechts 50 meter scheiden me van de top van Mt. Cho Oyu, met 8201 meter de zesde hoogste berg ter wereld. De rand van het Universum. Ik hap naar adem in de ijle lucht, zoals een vis op het droge, leun voorover en zoek houvast op mijn ijshouweel, tot ik weer bij mijn positieven ben. De hele nacht hebben we stevig doorgeklommen, met bevroren vingers op verijsde touwen. Ik vraag me af of, als het nog even kouder wordt, ook de zonnestralen zullen bevriezen.
Het uitzicht is overweldigend, de hemel is staalblauw en het gezelschap is goed. Mijn hart maakt een sprongetje omdat ik hier mag zijn. Zien of het mogelijk was, die scherpe grens van 8000 meter overschrijden, de ‘zone des doods’ binnentreden, en er ook weer heelhuids uit terug keren. Ik sluit mijn ogen, hef mijn gezicht naar de zon en koester de eerste zonnestralen.

Sudan, augustus 2005. De avond kleurt rood en ik schud de hitte van de dag van me af. Joggingschoenen aangetrokken en vertrekkensklaar om na een dag hard werken voor Pharmaciens Sans Frontières mijn gedachten de vrije loop te laten en de ondergaande zon in de Afrikaanse savanne tegemoet te rennen. Ik vertrek op een sukkeldrafje, een grote stofwolk achterlatend, en loop naar het einde van de wereld, een horde gillende en lachende kinderen in mijn kielzog. Vanachter de hutten duiken nog meer kinderen op, blootvoets en met luide kreten die gekke mzungu aanmoedigend. Ik lach, en trek een sprintje met een jongetje in een veel te groot T-shirt en op flip-flops, half zo klein en twee keer zo snel als mij.

Brussel, december 2006. Het is drie uur ’s nachts en ik ben klaarwakker. De regen tikt zachtjes tegen de ruit. Ik schiet in mijn loopschoenen, trek mijn muts diep over mijn oren en duikel de nacht in. Het is stil in de natte straten van Brussel, het wegdek glimt, de maan kijkt goedkeurend toe en ik ren. Smiley Faces, zingt Gnarls Barkley in mijn oren.

Brussel, oktober 2006. Aaaah..dministratie! De berg papier op mijn bureau lijkt me nog onoverkomelijker dan elke andere Himalayareus. Sponsors vinden voor de expeditie blijkt niet zo gemakkelijk te gaan als ik had verwacht, en het alternatief – alles zelf betalen- is evenmin haalbaar, gezien de waanzinnig hoge kost van de permit voor Mt. Everest.
Soms twijfel ik wel eens. Ik bedoel maar..vrienden van me praten over hoe ze hun nieuwe keuken aan het installeren zijn, en dan denk ik van goh.. ben ik wel juist bezig? Waarmee ben je eigenlijk bezig? Aan het uittellen of het wel in je budget past om extra zuurstof mee te nemen. In plaats van je centen te besteden aan andere dingen, inductiekookplaten of zo. Maar dan weet ik weer dat ik dit voor geen geld ter wereld zou willen missen.
Gelukkig kan ik rekenen op twee fantastische sponsors, AS Adventure en The North Face, om de financiële ravage enigszins binnen de perken te houden én ook nog eens met het beste materiaal aan de start te verschijnen. Dankuwel!

Een goede voorbereiding is al de helft van een geslaagde expeditie. Berekende risico’s nemen. Niet gewoon stomweg op je doel afgaan, maar weten waaraan je begint. Op voorhand plan Z bedenken. What if..? Alles proberen in te calculeren, zo goed mogelijk. Materiaal op voorhand checken: touwen, slaapzakken, tenten, crampons, gasvuurtjes, kledij,.. Verzekering afsluiten, cargo regelen, visa en permits aanvragen, zuurstofflessen kopen, satphone uittesten.. En mentale voorbereiding. Geestkracht kweken om bij onverwachte tegenslag beschermd te zijn. Jezelf opladen voor wat zal komen. Al weet je dat nooit op voorhand natuurlijk.

Gezwommen, getraind, melk gedronken. Ik ben er klaar voor. There go I.

1 comment:

Ilse said...

Als je gaat
Droom,
voel, zie, hoor
in je hoofd
smaak, ruik
met gans je hart
Gekregen
om nooit meer
af te geven,
wel te delen
Wie kan?
Jij!